Moed

De vier ooms van Inyan Hoksila waren jaren eerder verdwenen toen zij op jacht waren en Inyan Hoksila was nu groot genoeg om achter ze aan te gaan om ze te zoeken. Hij ging op weg en kwam terecht in de duistere vallei waar Iya, het Kwaad, woonde. Daar kwam hij erachter dat Iya de vorm van een grote steen had aangenomen en over iedereen die door de vallei trok heen rolde en zo plette. Dit was zijn ooms ook overkomen. Inyan Hoksila schreeuwde naar Iya uit tevoorschijn te komen en Iya kwam met grote snelheid op hem afrollen, maar vlak voordat Iya het jongetje zou raken, veranderde Inyan Hoksila zichzelf terug in het kleine witte steentje dat hij ooit was. De grote steen stuitte op het kleine steentje en verbrijzelde in duizenden stukken. Inyan Hoksila deed iets heel moedigs: hij keek het kwaad recht in de ogen en daagde het zelfs uit! Hoe groot het kwaad dat op je afkomt ook is: als jij de moed hebt in jezelf te geloven zul je ieder kwaad kunnen breken. Vertrouw onvoorwaardelijk in je eigen kracht wanneer je in een moeilijke situatie zit. Kijk dat wat op je afkomt recht in de ogen.

Verontwaardiging

Op een nacht had een man een droom. Hij droomde dat hij met God over het strand liep. In de hemelen zag hij scènes uit zijn leven. Bij iedere scène zag hij twee paar voetafdrukken in het zand: één van hem en één van God. Nadat de laatste scène van zijn leven zich in de hemelen had afgespeeld, keek hij naar de voetsporen in het zand. Hij zag dat op veel plaatsen slechts één paar voetafdrukken stond, precies op die momenten dat hij het moeilijk had gehad! Verontwaardigd richtte hij zich tot God en vroeg hem waarom God hem juist op de momenten dat hij hem het hardst nodig had gehad in de steek had gelaten. God antwoordde: ‘Mijn zoon, ik houd van je en zou je nooit verlaten. Tijdens jouw beproevingen en verdriet, daar waar je slechts één paar voetafdrukken ziet, heb ik je gedragen.’